De rol van proefdieren binnen onderzoek naar PLN

Dierproeven zijn een gevoelig onderwerp. Vijftig jaar geleden hechtten we minder waarde aan het leven van dieren dan nu. Tegenwoordig kijken we dan ook anders aan tegen het gebruik van dieren voor laboratoriumonderzoek. Als stichting willen we transparant zijn over hoe dierenproeven een rol spelen in onderzoek naar PLN. In dit artikel leggen we uit waarom het op dit moment noodzakelijk is om proefdieren in te zetten en wat eraan gedaan wordt om over te stappen naar alternatieven.

In Nederland is het toegestaan om dieren voor onderzoek te gebruiken mits er aan strenge regels is voldaan. Allereerst moet er een aanvraag ingediend worden bij de lokale dierexperimentencommissie. Hierbij moet het onderzoek voldoen aan de drie v’s: vervangen, verminderen en verfijnen. Vervangen betekent dat een experiment alleen in dieren gedaan kan worden en er geen alternatief bestaat. Verminderen houdt in dat je van te voren nauwkeurig bepaald hoeveel dieren je nodig hebt en het aantal zo laag mogelijk houdt.

Ten slotte bedoelen we met verfijnen dat je goed voor de dieren zorgt en het ongemak zoveel mogelijk vermindert. In de aanvraag worden daarnaast strikte eisen gesteld aan het welzijn en goede zorg voor de dieren. Uiteraard krijgen de dieren goede voeding, huisvesting, speelmogelijkheden en zorg. Als er sprake is van onnodig lijden wordt er euthanasie toegepast. Onderzoek gebeurt dus proefdierwijs: het onderzoek en de zorg voor proefdieren is zo goed mogelijk geregeld.

De noodzaak van dierproeven om een ziekte te begrijpen

Waarom is onderzoek met dieren noodzakelijk? Grofweg worden er twee soorten onderzoek gedaan in biomedische wetenschappen: onderzoek om te begrijpen hoe gezondheid en ziekte werken en onderzoek naar nieuwe behandelingen. Vijftien jaar geleden was er bijna geen alternatief voor dierproeven. Inmiddels kunnen we menselijke cellen reprogrammeren naar stamcellen. Van deze stamcellen kunnen vervolgens allerlei soorten cellen gemaakt worden die in het menselijk lichaam voorkomen.

Het grote nadeel van deze cellen is dat ze eigenlijk meer lijken op cellen zoals die in een embryo voorkomen dan in een volwassen mens. Er zijn dus trucjes nodig om de cellen meer volwassen te maken. Anders heb je bijvoorbeeld hartcellen van een PLN-drager, maar zie je helemaal geen problemen omdat de cellen nog in een stadium van voor de geboorte zijn. Toch is deze ontwikkeling een geweldige vooruitgang: doordat we onderzoek kunnen doen met menselijke cellen zijn er minder dierproeven nodig. Daarnaast verschillen mensen van bijvoorbeeld muizen en is het dus makkelijker om menselijke hartcellen met een patiënt te vergelijken dan dieren met een mens.

DE NOODZAAK VAN DIERPROEVEN OM EEN BEHANDELING TE VINDEN


Voor onderzoek naar behandelingen zijn dierproeven nog belangrijker. Als er een medicijn ontwikkeld wordt, wordt dat meestal eerst op cellen getest, dan in dieren en ten slotte uitgerold in klinische onderzoeken in patiënten. Er zijn drie eigenschappen van een medicijn die belangrijk zijn om te weten, voor het aan patiënten toegediend wordt. Je wilt weten (1) dat het waarschijnlijk goed werkt; (2) dat het geen gevaarlijke of vervelende bijwerkingen heeft; (3) hoe het medicijn zich gedraagt in het lichaam.

Bij het laatste punt horen vragen zoals: Wordt het goed opgenomen in het bloed? Waar komt het medicijn terecht? In welke moleculen wordt het omgezet of afgebroken? En hoe wordt het uitgescheiden? We noemen dit farmacodynamiek. Deze informatie is ook nodig voor de Amerikaanse en Europese instanties die medicijnen beoordelen en toelaten.

Voor de werking van een medicijn kunnen we  menselijke celmodellen gebruiken en dat gebeurt ook heel veel. Voor het vinden van bijwerkingen en het bepalen van de farmacodynamiek zijn proefdieren belangrijk omdat je graag alle organen aan een nieuw medicijn wilt blootstellen. Bijwerkingen kunnen namelijk ook op onverwachte plekken optreden.

Daarnaast bepalen de samenwerking van bloed, lever en nieren de farmacodynamiek. Om de farmacodynamiek te begrijpen zijn dus al deze weefsels nodig. Farmacodynamiek is belangrijk omdat het voor een groot deel de dosering, toediening en gebruik van medicijnen bepaalt. De strenge veiligheidseisen van de Amerikaanse en Europese medicijntoelatingsinstanties (de FDA en de EMA) vereisen dan ook bijna altijd dat er dierenproeven zijn gedaan voordat een behandeling in patiënten onderzocht mag worden.

In feite gaat het hier dus om een vraag zonder goed antwoord: hechten we meer waarde aan de veiligheid van de eerste patiënten die het middel krijgen toegediend of aan de dieren die voor het onderzoek gebruikt worden? Als stichting zouden we het onverantwoord vinden als medicijnen zomaar toegediend worden aan PLN patiënten zonder dat we precies weten wat het medicijn doet, wat de bijwerkingen zijn en hoe de farmacodynamiek is. Maar, voor sommige onderzoeken zijn wel degelijk alternatieven. In het PLN-onderzoek maken we daar dan ook volop gebruik van.

Alternatieven voor dierproeven

Wat zijn de alternatieven voor dierproeven? Al eerder is de cruciale ontdekking genoemd van cellen die gereprogrammeerd worden tot stamcellen, een ontdekking die in 2007 de Nobelprijs voor de Geneeskunde kreeg. Naast het maken van hartcellen, kunnen we in het laboratorium nu ook kleine hartweefsels maken, compleet met bindweefselcellen en bloedvatcellen. Deze cellen kunnen we ook maken van specifieke patiënten die bijvoorbeeld PLN R14del hebben.

Een volgende stap is om op een plastic apparaatje verschillende organen te combineren. In de toekomst zou dit gebruikt kunnen worden om een deel van het onderzoek met proefdieren te vervangen. Een aantal jaar geleden werd een andere belangrijke stap gezet: het bleek mogelijk om stukjes hartweefsel van een uitgenomen hart (dus het zieke hart van een PLN-patiënt die een donorhart krijgt) een tijdje in kweek te houden en te gebruiken voor onderzoek. Ook dit biedt grote voordelen: het is echt menselijk weefsel met de echte ziekte en alle complexiteit van het menselijke orgaan.

Hét nadeel van dit model is dat de patiënt al heel erg ziek was. Met een behandeling willen we eigenlijk juist veel eerder ingrijpen, wanneer iemand nog niet zo ziek is. Ten slotte spelen computermodellen een belangrijke rol. Computermodellen kunnen gebruikt worden voor het begrijpen van PLN, maar ook in medicijnontwikkeling en het onderzoeken van farmacodynamiek. 

Tekst gaat verder onder foto.

DIERPROEVEN BINNEN HET BELEID


De FDA en EMA zien deze veranderingen ook en geven ze langzamerhand ook een plekje in hun beleid. Op dit moment is het zo dat voor medicijnen van een bekende klasse (bijvoorbeeld gentherapie waarvan de ‘verpakking’ al eerder in dieren of mensen is getest en dus de farmacodynamiek al bekend is) het niet meer noodzakelijk is om dierproeven te doen. Het is dan bijvoorbeeld mogelijk om met behulp van stamcelmodellen aan te tonen dat een medicijn echt werkt en waarschijnlijk weinig bijwerkingen heeft, vervolgens computermodellen  te gebruiken om de farmacodynamiek te begrijpen en daarna naar de patiënt gaan zonder dat er dierenonderzoek gedaan hoeft te worden. Met een steeds toenemende hoeveelheid data die gebruikt kan worden in computermodellen en in onderzoek, biedt dit meer kansen. 

ONZE ROL ALS STICHTING BINNEN DE INZET VAN PROEFDIEREN

Stichting PLN timmert flink aan de weg om deze andere modellen te gebruiken. De Stichting heeft in samenwerking met universiteiten al tientallen (!) stamcellijnen van dragers en familieleden laten maken en heeft nu zelfs haar eigen mobiele laboratorium om dit makkelijker te maken. In Utrecht, Maastricht, Enschede en Stanford lopen onderzoeken waarbij deze stamcelllijnen in complexe 3d-modellen gebruikt worden. Er wordt ook op verschillende plaatsen hartweefsel van PLN-patiënten gekweekt voor onderzoek. Dit is nog een relatief nieuwe techniek maar is wel veelbelovend. En ten slotte hebben we een project gefinancierd waarin medicijnen gescreend worden op basis van computeranalyses.

Hierbij werd gekeken wat er fout gaat in PLN en welk medicijn deze effecten tegen zou kunnen gaan. Op dit moment doen we onderzoek naar een van de kandidaten die hier uit is gekomen. Daarnaast willen een belangrijk nieuw computermodel gebruiken in toekomstig onderzoek. Dit programma doet voorspellingen over medicijnen die mogelijk aan PLN kunnen binden. Voor dit model is in 2024 de Nobelprijs uitgereikt. Voor veel PLN onderzoek zijn proefdieren echter ook hard nodig. Een (gen)therapie ontwikkelen zonder proefdieren is helaas niet mogelijk. Dierenwelzijn staat bij ons oog in het vaandel, maar we erkennen ook de werkelijkheid: zonder proefdieren gaat er geen nieuwe veilige behandeling voor PLN R14del komen.